BEN BEDANKT!

Zondag (6-1-2018) is de Nieuwjaarsreceptie van onze club. Aangezien Ben Schenk  80 jaar wordt, wordt hem een boek aangeboden met foto's en verhalen van zweefvliegers die hij solo heeft gelaten. Hieronder staat mijn verhaaltje.

Een paar weken geleden kwamen Hiltje en ik Ben tegen. Het was bij Vrouwenparochie. Ben is bijna tachtig, maar hij fietst als het even kan elke middag een paar uurtjes. ‘Jammer dat ik niet meer kan hardlopen’, zei Ben, ‘anders deed ik dat. Nu fiets ik elke dag even’. Ben woont in Dronrijp, hij fietste via Leeuwarden en Stiens naar Vrouwenparochie en had toen nog zo’n 13 kilometer voor de boeg. Ik herinner mij de keer dat ik met Ben naar de verkeersleider van de basis was. Ben was toen al met en pensioen en vertelde dat hij de marathon ging lopen. ‘ Tweeënveertig kilometer hardlopen’, sprak Vianen, ‘beste man voor zulke afstanden hebben ze auto’s uitgevonden’. Ben fietste weer verder en wij liepen naar huis.

De eerste ontmoeting met Ben was eenendertig jaar geleden op de hobbybeurs in Leeuwarden. Onze hobby was pottenbakken. Een boeiende hobby. Ik draaide op de draaischijf allerlei vormen en Hiltje maakte daar olifanten, pinguins, beursjes, kangoeroes enzovoort van. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt het van klei maken.
Op de hobbybeurs stonden we naar pottenbakkers te kijken. Ik keek hoe ze de klei centreerden en dan de klei omhoog trokken. Centreren bij pottenbakken, wil zeggen dat je een homp klei een paar keer omhoog en omlaag drukt en dan zit de klei exact in het midden van de schijf. Dan maak je met je duimen een klein kuiltje, je doet er wat water in en je duwt je duimen omlaag. Precies in het midden zuigen je duimen naar beneden, elke keer weer een magisch gevoel. Daarna kun je de opening groter maken en de klei tussen de vingers omhoog duwen. Zo ontstaat een kopje, een olielampje een vaas, een schaal of een kruik. Zie het filmpje vanaf 1:08.

Terwijl ik geconcentreerd stond te kijken, trok Henk, toen 9 jaar oud, aan mijn arm. ‘Sjoch heit, dêr is wol wat leuks’. Verderop stond de Friese Aero Club met een tweezitter. Een toen nog vrijwel nieuwe G103. Wij liepen erheen. Bij de tweezitter stond Ben Schenk. ‘Weet jij wel hoe breed zo’n vliegtuig is’, vroeg hij aan Henk. Samen maakten ze grote stappen om de spanwijdte te meten. Ruim zeventien meter. ‘Ga maar eens voorin zitten, dan kan heit achterin’.

Het instappen was een stap in een geheel nieuwe wereld. Ben vertelde enthousiast over het zweefvliegen. Toen we uitstapten wees hij naar een groot bord met:.Topgun-actie: Vier zweefvliegvluchten, honderd gulden!. ‘Dat moet je doen’, zei Hiltje. Na vier vluchten werd ik in mei 1987 lid van de FAC. Ben bedankt!.

We zijn nu dertig jaar en duizenden starts verder. Het centreren van de klei, maakte plaats voor het centreren van de thermiek. Toen Henk veertien werd, begon hij met zweefvliegen. ‘Dat ik nu piloot ben, dat heb ik aan de FAC en aan Ben te danken’, zei hij laatst nog.

Achtentwintig jaar geleden werd Roelof geboren. Op zijn eerste zomerkamp was hij vier maanden oud. Toen hij vier was speelden hij met Frank en Peter zweefvliegclubje. Ze hadden kleine vliegtuigjes keurig op de startplaats staan. Een eind verder stond de lier en ze hadden een motorzwever die kon slepen. Zover was de club toen nog niet eens. Een paar jaar geleden zag ik op het zomerkamp Niek en Luuk in de tent van Sjoerd en Rona met vliegtuigjes het vliegbedrijf naspelen. De geschiedenis herhaalt zich en ik realiseer me dat ook ik binnen de club een generatie ben doorgeschoven. Ben wordt tachtig en ik word vijfenzestig. Het lijkt alsof het gisteren was dat Menno en Mircea trouwden, maar ondertussen nemen de kleindochters van Ben deel aan wedstrijden.

Ook Roelof heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt. Vorige week namen ze ons mee voor een reis naar New York. Voor in de tripple seven zaten Henk en Roelof en daarachter heit en mem. Ik dacht even terug aan die tweezitter en die hobbybeurs. Ben bedankt!

De FAC heeft net als veel andere clubs een leeftijdsbeleid. We hebben besloten dat iemand mag blijven zweefvliegen zo lang hij/zij medisch goedgekeurd wordt. Je mag instructie geven tot 75 jaar en wanneer je op jonge leeftijd begonnen bent met zweefvliegen tot 80 jaar. In 2018 is Ben volgens mijn berekening zestig jaar zweefvlieger en wordt hij 80 jaar. Een prestatie om met trots op terug te zien.

Van die zestig jaar ken ik Ben 30 jaar. Toen ik lid werd, was Ben al erelid. Hij had zijn sporen al verdiend. De laatste dertig jaar heeft hij meer dan een dubbel-erelidmaatschap verdiend. Ik was erbij toen hij een KNVvL-onderscheiding kreeg, opgespeld door Neelco Osinga en ook die keer dat hij in het gemeentehuis een koninklijke onderscheiding kreeg. Later kreeg hij een gouden onderscheiding voor vijftig jaar brevethouder.

Ben is voor mij in veel opzichten een voorbeeld. Ik heb dat in een aantal verhalen op zweefvliegopleiding.nl al beschreven. Ik ga hier niet herhalen hoe ik hem heb leren kennen als instructeur, als bestuurslid, als LCO-er (landelijke coördinator opleidingen) als examinator, als technicus, als EZT-er 007, als ARI en als AMPI.

Iedereen bij de FAC heeft veel aan hem te danken. Mij liet hij solo op de motorzwever. ‘Vlieg maar even naar Dronrijp en dan weer hier landen’, zei hij. ‘Ik blijf hier op het veld staan en wacht tot je weer geland bent’.

Ik hoop van harte dat Ben heel vaak naar zijn club blijft komen. Gewoon, zoals zo vaak, op de fiets van Dronrijp naar het veld. We wachten op je.

Tekst Dirk Corporaal, 7 december 2017
Foto’s van mijn buurman Jaap Bruggenkamp, gemaakt najaar 2016