CURSUS BERGVLIEGEN IN SAINT AUBAN

Eén van de mooie kanten van het zweefvliegen is bergvliegen. Meer dan twintig jaar geleden ben ik met een groep zweefvliegers van Terlet naar Gap Tallard geweest en later nog een keer met leden van de Friese Aero Club naar Aosta. Daarna kwam het er niet meer van en dat zou zo gebleven zijn als mijn zoon een paar maanden geleden niet voorstelde om met hem mee naar Saint Auban te gaan voor een cursus bergvliegen. Van 12 maart t/m 17 maart 2018 hebben wij van de beroepsinstructeurs van Saint Auban les gekregen in bergvliegen. Van de zes dagen hadden we vier vliegdagen met hele mooie vluchten. Hieronder volgt een kort verslag van die cursus en een paar tips voor diegenen die van plan zijn om daar ook een cursus te gaan volgen.

Op zondag 11 maart reden wij naar Saint Auban. Vanuit Leeuwarden 1400 km, maar omdat het zondag was konden we overal vlot doorrijden en 's avonds 8 uur kwamen we aan op een donker vliegveld. We vonden de ingang van ons appartement en na enige moeite lukte het om met de 4 cijferige code de deur van het slot te krijgen. De slaapkamers zagen er netjes uit en we gingen, na 14 uur rijden, vroeg naar bed.

Ht begon de volgende morgen om negen uur met inschrijven bij de receptie, een briefing over bergvliegen vanaf vliegveld Saint Auban en een prima meteobriefing door Roger, de manager van het nationale zweefvliegcentrum van Frankrijk.

Daarna volgde een een groepsfoto. De vlieggroep bestond o.a. uit een aantal vliegers van het Duitse nationale team, die we vorig jaar in Nitra ook tegenkwamen. 'Zo doen ze dat dus', zei Roelof. 'hier eerst een goede warming up en dan over een week hoog eindigen in Nitra'.

Het was een interessante internationale groep zweefvliegers. Er was een zweefvlieger uit Israël bij, die elk jaar zes weken kwam zweefvliegen in Saint Auban. In Israël hebben ze volgens hem twee zweefvliegvelden. De afstand ertussen is zo'n 100 km. Bij spanningen met de buurlanden kan er niet gevlogen worden daarom ging hij zo vaak naar Saint Auban.

Verder aten we elke dag met een Zwitser, die bij de vliegtuigfabriek Pilates werkte en een Fin die voor Zenrobotics in de hele wereld robots verkocht die het afval kan scheiden.

We kregen les van de beroepsinstructeurs van Saint Auban. Wij vlogen met Jean Marc, meervoudig wereld- en Europees kampioen zweefvliegen, met Méric en met Roger. Twee zweefvliegers per dag per instructeur. De ochtend begon 's morgens om 9 uur met een briefing over bergvliegen tot kwart voor tien. Dan volgde de meteobriefing van Roger. Vervolgens een debriefing van de vlucht van de vorige dag en weer een stuk uitleg. 

Aan het eind van de morgen lunch en dat nemen de Fransen serieus. Geen droge boterhammen, maar een uitgebreid buffet.

Om half één gingen de hangaardeuren open en werden de Duo's en een Arcus naar buiten geschoven.

Op Saint Auban liggen korte asfalt strips in verschillende windrichtingen, net lang genoeg om met de sleep vlot los te komen.

Toen we de tweede dag naar de briefingruimte liepen, viel voor de eerste keer het woordje golf. Waarschijnlijk staat er vandaag golf. Die wolkjes daar, dat zijn geen thermiekwolken maar dat zijn rotorwolkjes. Dat wijst op golf. Zou het deze dag lukken om in de golf te vliegen?

Roelof vloog die middag eerst. Hij vloog op drie plaatsen in de golf naar de Pic du Bure. Toen ik daarna aan de beurt was nam de wind af en het golfvliegen ken ik helaas slechts uit enthousiaste verhalen. 

Maar het was die dag heel helder weer. Ook wij vlogen langs Sisteron en Gap Tallard en in de verte zag ik de Pic du Bure.

Daarna terug langs een stuk van het Parcours, de route door de met sneeuw bedekte bergen die de Duitsers de Rennstrecke noemen.

Bij de cursus bergvliegen "krijg" je een boekje waar alle vliegvelden en buitenlandingsvelden in de Franse Alpen in staan.

Je krijgt ook een papiertje met de belangrijkste bergen. Je wordt geacht om die te kennen. Dat kostte mij meer moeite dan ik verwacht had. Aan het eind van de week wist ik waar ik me bevond, maar in het begin zou ik zonder de LX8000 de weg terug niet gevonden hebben. Achteraf gezien had ik voor de cursus de kaart en de namen van de berghellingen in mijn hoofd moeten stampen. 

Woensdag was opnieuw een prima dag. Na een vlucht van een paar uur ging Roelof solo op een Discus2c en om half vijf heb ik een vlucht gemaakt met Jean Marc. Bij zo'n cursus bergvliegen voel je weer even wat iemand die net met zweefvliegen begint ook doormaakt. Veel nieuwe informatie en geduldig wachten tot je aan het eind van de dag aan de beurt bent. Gelukkig werd het wachten beloond met een schitterende vlucht.

Op donderdag regende het. Na de briefing hebben we een groot deel van de dag besteed aan het bestuderen van de kaart. Cirkels van tien kilometer om de vliegvelden trekken,  berekenen hoeveel hoogte je nodig hebt om met een glijgetal van 20 weer terug te komen, buitenlandingsvelden bestuderen, enzovoort.

Op vrijdag vlogen we met Roger. Hij had een overland van 300 km bedacht.

Ik kreeg les van Roger in de Duo en Roelof kreeg de opdracht om te volgen. Onderweg kregen we waardevolle tips. 

Bij een met sneeuw bedekte helling zagen we skiërs en een hangglider. Een berghelling met erg veel zweefvliegers.

Tot slot liet Roger nog even zien hoe de locals een final glide vliegen. De stick ging naar voren en met een snelheid van 200 km/h vlogen vlak langs de hellingen terug naar Saint Auban

 

Op de video zie je o.a. de laatste vliegdag. Roelof vloog in een Discus2c en kreeg les in vliegen langs het Parcours. Vanuit de DUO heb ik dat gefilmd. Aan het slot van de video zie je hoe de instructeur even laat zien hoe locals een finalglide naar Saint Auban vliegen.