HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

OPRICHTING EN NAAM

Artikel 1

1. De vereniging is opgericht op 19 oktober 1907 onder de naam Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart. De statuten werden goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 april 1908, No. 11, en zijn sedertdien herhaaldelijk gewijzigd, laatstelijk op 31 oktober 1991.

2. Bij besluit van H.M. Koningin Wilhelmina is de Vereniging op 14 november 1912 het predicaat "Koninklijke" verleend. Sindsdien voert de Vereniging de naam van: KONINKLIJKE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR LUCHTVAART.

LIDMAATSCHAP FÉDÉRATION AÉRONAUTIQUE INTERNATIONALE (FAI)

Artikel 2

1. De Vereniging is lid van de FAI en vertegenwoordigt deze in Nederland. Uit dien hoofde bezit zij, onder naleving van de voorschriften van de FAI, het uitsluitend recht:

a. Nederland in de FAI te vertegenwoordigen;

b. Nederland te vertegenwoordigen bij internationale luchtsportmanifestaties;

c. in Nederland kampioenschappen op het gebied der luchtsporten uit te schrijven of toe te kennen, alsmede toezicht te houden op recordpogingen;

d. in Nederland FAI-brevetten en -sportlicenties te verstrekken.

2. Voor zover door de FAI internationale commissies worden ingesteld, waarvan het werkterrein overeenkomt met afdelingen van de Vereniging, bepalen de desbetreffende afdelingsbesturen, met inachtneming van door de FAI te stellen regels, de vertegenwoordiging van de Vereniging in die commissies.

3. Voor zover door de FAI internationale commissies worden ingesteld, waarvan het werkterrein niet overeenkomt met een der afdelingen van de Vereniging, bepaalt het hoofdbestuur, met inachtneming van door de FAI te stellen regels, de vertegenwoordiging van de Vereniging in die commissies.

4. De algemeen secretaris vertegenwoordigt de Vereniging in de algemene organen van de FAI, tenzij het hoofdbestuur anders beslist.

5. De in lid 1 onder b. en c. genoemde activiteiten behoren tot de respectieve werkterreinen van de betreffende afdelingen.

6. FAI-brevetten en -sportlicenties voor een bepaalde luchtsport kunnen worden afgegeven aan leden die zijn ingedeeld bij de betreffende afdeling. Een sportlicentie kan betrekking hebben op meer dan één luchtsport. Tarieven voor afgifte van FAI-brevetten en sportlicenties worden vastgesteld door de betreffende afdelingen.

LIDMAATSCHAP NEDERLANDSE SPORT FEDERATIE (NSF)

Artikel 3

1. De Vereniging is lid van de NSF.

2. De algemeen secretaris vertegenwoordigt de Vereniging in de vergaderingen van de NSF, tenzij het hoofdbestuur anders beslist.

TIJDSCHRIFT

Artikel 4

1. Mededelingen aan de leden kunnen worden bekend gemaakt door plaatsing in een rondschrijven en/of een tijdschrift, uit te geven door of in samenwerking met de Vereniging. Alle aldus gedane mededelingen worden geacht ter kennis van de leden te zijn gebracht twee werkdagen na de datum van de verzending.

12

2. Voor zover door de Vereniging een tijdschrift als bedoeld in lid 1 wordt uitgegeven, zullen doelstellingen, redactionele verantwoordelijkheden, te voeren redactioneel beleid en overige ter zake van belang zijnde bepalingen worden neergelegd in een door het hoofdbestuur vast te stellen redactiestatuut en redactieformule.

HOOFDSTUK II - LEDEN

TOELATING

Artikel 5

1. De aanmelding voor het lidmaatschap dient schriftelijk, onder vermelding van de gevraagde gegevens en inlichtingen, te geschieden bij het algemeen secretariaat.

2. Betreft het de aanmelding van een werkend lid dan zendt het algemeen secretariaat, indien dit door het desbetreffende afdelingsbestuur wordt verlangd, de aanmelding door aan het secretariaat van de afdeling, waarbij het kandidaatlid wenst te worden ingedeeld, met het verzoek om advies. Indien dit advies niet binnen veertien dagen is ontvangen, wordt aangenomen dat het afdelingsbestuur geen bezwaar heeft.

3. Indien bij het desbetreffende afdelingsbestuur bezwaar bestaat tegen de toelating, geeft dit bestuur het kandidaat-lid in overweging zijn aanmelding terug te nemen.

4. Geeft het kandidaatlid hieraan binnen veertien dagen geen gevolg, dan deelt de desbetreffende afdelingssecretaris hem mede dat hij is afgewezen.

5. In geval van afwijzing wordt in de kennisgeving gewezen op het bepaalde in lid 6 en 7 van dit artikel.

6. Afgewezenen, die van de beslissing van het afdelingsbestuur in beroep wensen te komen bij de afdelingsvergadering, doen hiervan binnen vier weken na dagtekening van de in lid 4 bedoelde kennisgeving der afwijzing schriftelijk mededeling aan het afdelingsbestuur. Plaats, dag en uur der behandeling in de afdelingsvergadering worden aan de betrokkene schriftelijk bekend gemaakt. Daarbij wordt hem ook medegedeeld dat hij het recht heeft zijn beroep mondeling toe te lichten.

7. Op het besluit van de afdelingsvergadering is geen beroep mogelijk.

8. Betreft de aanmelding die van een gewoon lid, dan geldt de in de leden 1 tot en met 7 van dit artikel beschreven procedure met dien verstande dat voor afdelingsbestuur dient te worden gelezen: hoofdbestuur en voor afdelingsvergadering: ledenraad.

9. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 7 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing als het lid wordt aangemeld door een aangesloten organisatie, met dien verstande dat in dat geval het bestuur van die organisatie optreedt namens het kandidaat-lid.

ASPIRANT-LEDEN

Artikel 6

1. Afdelingen die dat wensen kunnen een categorie aspirant-leden instellen. Met aspirant-leden worden bedoeld personen, die bij een door die afdeling erkende instelling een opleiding volgen voor het behalen van een eerste brevet, dat wordt afgegeven volgens een door die afdeling vastgesteld reglement.

2. Het aspirant-lidmaatschap heeft een bij afdelingsreglement te bepalen maximale duur, die niet langer mag zijn dan twaalf maanden. Het aspirant-lidmaatschap eindigt in ieder geval na het behalen van het eerste brevet. Het aspirant-lidmaatschap kan niet opnieuw worden aangegaan.

3. Een aspirant-lid is geen lid van de Vereniging, heeft derhalve geen stemrecht en is geen contributie of afdelingstoeslag verschuldigd.

4. Van een aspirant-lid kan een bijdrage worden geheven met betrekking tot de kosten van;

a. afgifte en registratie van een oefenbewijs;

b. op het aspirant-lid van toepassing zijnde collectieve verzekeringen.

5. Bij afdelingsreglement kan worden bepaald dat personen, die als werkend lid bij die afdeling wensen te worden ingedeeld, in het bezit dienen te zijn van een door die afdeling ingesteld eerste brevet of gedurende de voor die afdeling geldende maximale periode aspirant-lid moeten zijn geweest.

HOOFDSTUK III - GELDMIDDELEN

INSCHRIJFGELD

Artikel 7

Bij toetreding tot de Vereniging wordt van leden een inschrijfgeld geheven, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de ledenraad.

CONTRIBUTIE

Artikel 8

1. De contributie is verschuldigd bij de aanvang van het boekjaar of, bij tussentijdse toetreding, op de datum van toetreding. Bij toetreding vóór 1 juli is de volle contributie verschuldigd, na 1 juli de halve contributie. Bij tussentijdse opzegging heeft geen restitutie plaats.

2. Leden die, ondanks betalingsherinnering, met de betaling van hun jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage meer dan twee maanden nadat deze verschuldigd is ten achter zijn, worden geschorst tot de datum waarop de bijdrage is ontvangen. Een geschorst lid blijft verplicht tot betaling van de bijdrage en kan aan het lidmaatschap geen rechten ontlenen tot aan de betalingsverplichting is voldaan. Als aan de betalingsverplichting niet wordt voldaan, wordt het lidmaatschap door de Vereniging opgezegd overeenkomstig artikel 8.3 van de statuten.

HOOFDSTUK IV - ALGEMENE LEIDING

HOOFDBESTUUR

Artikel 9

1. Het hoofdbestuur is na de ledenraad het orgaan in de Vereniging dat als zodanig gerechtigd is tot het nemen van alle beslissingen die het in het belang der Vereniging acht, voor zover deze niet in strijd zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement, of met beslissingen van de ledenraad.

2. De taak van de hoofdbestuursleden betreft, ieder op het gebied van de eigen portefeuille, de zaken die de belangen van één enkele afdeling overstijgen. Aan de orde zijnde zaken dienen te worden behandeld in overleg met de betreffende afdelingen.

3. Hoofdbestuursleden zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 van de statuten, op hun eigen functiegebied en binnen de doelstellingen en het geformuleerde beleid van de Vereniging, namens het hoofdbestuur op te treden en intern zowel als extern contacten te onderhouden.

4. Voorstellen, voortvloeiend uit overleg op grond van de leden 2 en 3 van dit artikel, worden ter besluitvorming voorgelegd aan het collegiaal functionerend hoofdbestuur.

5. Hoofdbestuursleden kunnen ondersteunend en adviserend optreden ten behoeve van individuele afdelingsbesturen.

VERKIEZING HOOFDBESTUUR

Artikel 10

1. Voordrachten van kandidaten voor verkiezing tot lid van het hoofdbestuur dienen tenminste zes weken voor de vergadering van de ledenraad waarin de verkiezing zal plaats hebben te worden ingediend bij de algemeen secretaris onder overlegging van een door elk der kandidaten ondertekende verklaring tot bereidheid van aanvaarding van de desbetreffende functie.

2. De namen van alle kandidaten worden vermeld in de oproepingsbrief voor de ledenraad waarin de verkiezing zal plaats hebben.

VOORZITTER

Artikel 11

De voorzitter is bij elke officiële vertegenwoordiging de woordvoerder van het hoofdbestuur, tenzij hij deze taak aan de vice-voorzitter of een ander hoofdbestuurslid heeft overgedragen. Hij leidt de vergaderingen van het hoofdbestuur, alsmede de ledenraad en stelt daarin de orde van de dag vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.

VICEVOORZITTER

Artikel 12

De vicevoorzitter treedt, bij ontstentenis van de voorzitter, in diens functie.

PENNINGMEESTER

Artikel 13

1. De penningmeester houdt toezicht op het beheer van de geldmiddelen. Hij ziet toe dat het algemeen secretariaat het beheer der gelden en waarden op de juiste wijze te boek stelt. Hij zorgt dat de geldmiddelen rentegevend worden belegd.

2. De penningmeester houdt het hoofdbestuur op de hoogte van de financiële zaken. Hij legt namens het hoofdbestuur aan de ledenraad rekening en verantwoording af van het financieel beheer.

RAAD VAN ADVIES

Artikel 14

1. De Raad van Advies bestaat uit ten hoogste vijftien leden. Zij worden op voordracht van het hoofdbestuur en/of een afdelingsbestuur benoemd door het hoofdbestuur voor een periode van vier jaar en treden af volgens een door het hoofdbestuur op te stellen rooster. Een volgens rooster aftredend lid van de Raad van Advies is onmiddellijk herbenoembaar.

2. Het lidmaatschap van de Raad van Advies is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de ledenraad, het hoofdbestuur of een afdelingsbestuur.

3. De Raad van Advies vergadert ten minste eenmaal per jaar ter bespreking van het algemene verenigingsbeleid en overigens zo dikwijls als het hoofdbestuur dit wenselijk acht. Vergaderingen van de Raad van Advies staan onder leiding van de voorzitter van de Vereniging.

HOOFDSTUK V - AFDELINGEN

INSTELLING AFDELINGEN

Artikel 15

1. Bij de instelling van een afdeling neemt het hoofdbestuur onder meer in overweging de verwachte levensvatbaarheid van die afdeling, alsmede de vraag of het doel en het belang van de Vereniging met de instelling gediend zijn.

2. Het aantal afdelingen, hun namen en werkterreinen worden door het hoofdbestuur geregeld bij afzonderlijk besluit.

AFDELINGSREGLEMENTEN

Artikel 16

Afdelingsreglementen worden vastgesteld door de desbetreffende afdelingsvergadering. Zij mogen geen bepalingen bevatten in strijd met statuten en huishoudelijk reglement en behoeven de goedkeuring van het hoofdbestuur.

HOOFDSTUK VI - VERGADERINGEN

LEDENRAAD

Artikel 17

1. Van het voornemen tot bijeenroeping van een ledenraad wordt door middel van een schriftelijke mededeling aan de afgevaardigden aankondiging gedaan op een termijn van tenminste negen weken.

2. Aan de ledenraad kunnen voorstellen ter behandeling worden voorgelegd door diegenen die ingevolge artikel 18 lid 1 der statuten gerechtigd zijn tot het bijeenroepen van de ledenraad.

3. Voorstellen als bedoeld in lid 2 dienen tenminste zeven weken vóór de ledenraad te worden ingediend bij het hoofdbestuur.

4. De definitieve oproep voor een ledenraad, die geschiedt overeenkomstig artikel 18 lid 2 en lid 3 der statuten, wordt, indien mogelijk, ook geplaatst in het verenigingstijdschrift dat verschijnt onmiddellijk voorafgaand aan die ledenraad.

5. Personen die op grond van artikel 19, lid 9 van de statuten het recht van inspraak hebben, kunnen dit recht uitoefenen met betrekking tot onderwerpen die in de agenda voor de vergadering zijn vermeld. De inspraakreacties dienen ten minste drie weken voor de vergadering schriftelijk te zijn ingediend bij het algemeen secretariaat. Daarbij kunnen insprekers verzoeken in de gelegenheid te worden gesteld voorafgaand aan de vergadering van de ledenraad hun reactie mondeling toe te lichten. De hiertoe beschikbaar te stellen spreektijd wordt door de voorzitter vastgesteld.

AFDELINGSVERGADERINGEN

Artikel 18

1. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.

2. Over onderwerpen die niet in de agenda zijn vermeld kunnen geen besluiten worden genomen.

HOOFDSTUK VII - ALGEMEEN SECRETARIAAT, ALGEMEEN SECRETARIS, ZWEEFVLIEGCENTRUM

ALGEMEEN SECRETARIAAT

Artikel 19

1. Het algemeen secretariaat omvat het secretariaat van het hoofdbestuur, de administratie, de met algemene verenigingstaken belaste bureaus, alsmede de bureaus van de afdelingen, voor zover deze worden bezet met personeelsleden van de Vereniging.

2. Het algemeen secretariaat is belast met

a. alle voorkomende secretariaatswerkzaamheden;

b. het beheer van de geldmiddelen van de Vereniging, onder toezicht van de penningmeester;

c. de administratie van de Vereniging in al haar onderdelen, alsmede de administratieve organisatie en de interne controle;

d. voorlichting en public relations;

e. alle overige in opdracht van het hoofdbestuur en, waar het de bureaus van de afdelingen betreft, in opdracht van de afdelingsbesturen te verrichten beleidsvoorbereidende en uitvoerende werkzaamheden.

3. Op verzoek van een afdelingsbestuur verschaft het algemeen secretariaat inzage in alle op die afdeling betrekking hebbende inkomsten en uitgaven.

DE ALGEMEEN SECRETARIS

Artikel 20

1. De algemeen secretaris is belast met

a. de leiding en het beheer van het algemeen secretariaat, alsmede het dagelijks toezicht op het, overeenkomstig de in overleg met de desbetreffende afdelingsbesturen gegeven aanwijzingen, functioneren van de afdelingsbureaus;

b. de bevoegdheid tot het beschikken over de gelden, die voor de inrichting en de werkzaamheden van het algemeen secretariaat beschikbaar zijn gesteld;

c. de leiding van de werkzaamheden met betrekking tot de voorbereiding, uitvoering en coördinatie van het beleid;

d. de uitvoering van het personeelsbeleid, waaronder is begrepen de bevoegdheid tot de uitvoering van hoofdbestuursbesluiten ten aanzien van het aannemen, schorsen en ontslaan van personeel.

2. De algemeen secretaris woont alle vergaderingen van de ledenraad, het hoofdbestuur en de raad van advies bij, tenzij het hoofdbestuur anders beslist. De algemeen secretaris kan worden uitgenodigd afdelingsvergaderingen en afdelingsbestuursvergaderingen bij te wonen, indien het belang van te behandelen onderwerpen daartoe aanleiding geeft.

ZWEEFVLIEGCENTRUM

Artikel 21

1. De Vereniging onderhoudt, indien mogelijk, een zweefvliegcentrum.

2. Het zweefvliegcentrum kan belast worden met bijzondere taken op het gebied van het zweefvliegen.

HOOFDSTUK VIII - COMMISSIES

COMMISSIE EX ARTIKEL 15.5 VAN DE STATUTEN

Artikel 22

1. De commissie, als bedoeld in artikel 15 lid 5 van de statuten, bestaat uit twee leden van verschillende afdelingen. Zij zijn niet onmiddellijk herkiesbaar en dienen voorts ingedeeld te zijn bij andere afdelingen dan de vorige leden van de commissie. De groepering gewone leden wordt in dit verband gelijkgesteld met een afdeling.

2. Kandidaten kunnen tijdens de ledenraad worden gesteld door het hoofdbestuur en door afgevaardigden.

PERMANENTE COMMISSIES

Artikel 23

1. De ledenraad kan, voor bijzondere taken van blijvende aard, commissies instellen. De leden van deze commissies worden benoemd uit de werkende en/of gewone leden van de Vereniging en/of functionarissen in dienst van de Vereniging. De uitwerking van een besluit tot instelling van een permanente commissie kan worden gedelegeerd aan het hoofdbestuur.

2. Leden van een permanente commissie hebben zitting voor een periode van ten hoogste vier jaar, zij zijn onmiddellijk herbenoembaar.

TIJDELIJKE COMMISSIES

Artikel 24

Het hoofdbestuur kan, voor bijzondere taken van tijdelijke aard, commissies benoemen. In deze commissies kunnen ook niet-leden van de Vereniging worden benoemd.

HOOFDSTUK IX - DUNDOEKEN, ONDERSCHEIDINGEN, INSIGNES

DUNDOEKEN1

Artikel 25

1. De standaard bestaat uit vier witte vlakken, lang en breed 1 meter, gescheiden door een blauw kruis, breed 50 cm, het geheel omgeven door een rode rand, breed 50 cm. De binnenhoekpunten der witte vlakken raken het midden van de zijden van een oranje ruit, voerende de Koninklijke kroon.

2. De vlag is 2 meter lang en 1.40 meter breed. Zij bestaat uit drie horizontale banen in de kleuren van de Nederlandse vlag, te weten een rode, breed 20 cm, een witte, breed 1 meter, en een blauwe, breed 20 cm. In het midden van de witte baan is het Verenigingsembleem aangebracht. Dit embleem bestaat uit een blauwe cirkelvormige rand, waarin in wit de letter KNVvL, omgevende een geel veld, waarin een luchtballon, het geheel gedragen door twee gestileerde vleugels en gekroond door de Koninklijke kroon.

3. De wimpel heeft de vorm van een driehoek, door lijnen, evenwijdig aan de zijde, in vier gelijke driehoeken verdeeld, van welke de bovenste rood, de onderste blauw, de middelste - voerende de Koninklijke kroon - wit en de uiterste oranje is.

VOEREN VAN DUNDOEKEN

Artikel 26

1. De standaard mag worden geplaatst op gebouwen of terreinen, in gebruik bij de Vereniging, alsmede bij door de Vereniging georganiseerde, officiële samenkomsten.

2. De vlag mag worden geplaatst op gebouwen of terreinen in gebruik bij de Vereniging of aangesloten verenigingen, alsmede tijdens evenementen, georganiseerd door of onder auspiciën van de Vereniging.

3. De wimpel mag worden geplaatst op aan leden van de Vereniging toebehorende vervoermiddelen.

MEDAILLE2

Artikel 27

Het hoofdbestuur kan ter zake van bijzondere verdiensten op het gebied van de luchtvaart en/of ten opzichte van de Vereniging een medaille in goud, zilver of brons toekennen. Vorm en uitvoering worden door het hoofdbestuur bepaald.

PENNING

Artikel 28

Het hoofdbestuur kan voor bijzondere prestaties, alsmede ter zake van belangrijke verdiensten op het gebied van de luchtvaart en/of ten opzichte van de Vereniging een penning in zilver of brons toekennen. Vorm en uitvoering worden door het hoofdbestuur bepaald.

ERE-INSIGNE

Artikel 29

1 Blijkens een aanschrijving van Z.Exc. de Minister van Oorlog, dd 10 juni 1914, 1e Afd. No. 107, onderwerp "Koninklijke emblemen in de Vlag eener Vereeniging", heeft het Hare Majesteit de Koningin behaagd de Vereniging te vergunnen in haar standaard en haar wimpel de Koninklijke kroon te voeren.

2 Blijkens de aanschrijvingen van Z.Exc. de Minister van Oorlog en Z.Exc. de Minister van Marine van resp. 27 januari 1928 IIe Afd., Nr. 89 en 12 april 1928 Afd. B., 1e Bureau Nr. 60 en van Z.Exc. de Minister van Oorlog en Marine van 8 maart 1958 mag de medaille door militairen van land-, zee- en luchtmacht, aan wie zij is toegekend, zowel in als buiten dienst op de uniform worden gedragen

 

1. Het hoofdbestuur kan een ere-insigne in goud of zilver toekennen aan hen die langdurig lid zijn geweest van de Vereniging en/of die zich (in die periode) voor de Vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.

2. Het hoofdbestuur kan een bijzonder ere-insigne in goud toekennen aan leden die gedurende vijftig jaar een geldig brevet hebben gehad.

3. Vorm en uitvoering van de ere-insignes worden door het hoofdbestuur bepaald.

VERLENING ONDERSCHEIDINGEN

Artikel 30

1. Voor de toekenning van onderscheidingen als bedoeld in de artikelen 27, 28 en 29 laat het hoofdbestuur zich adviseren door een Commissie voor de Onderscheidingen. Deze commissie kan ook zelf initiatieven nemen. Voordrachten kunnen voorts worden gedaan door afdelingsbesturen.

2. Voor zover wordt beoogd de uitreiking van een onderscheiding te doen plaats hebben op een bepaalde datum, dient de voordracht tenminste acht weken tevoren te worden ingediend bij het hoofdbestuur.

INSIGNE

Artikel 31

Voor de leden zal een insigne verkrijgbaar zijn, waarvan de vorm en uitvoering door het hoofdbestuur worden bepaald.

HOOFDSTUK X - SLOTBEPALINGEN

BIJZONDERE REGLEMENTEN

Artikel 32

Voor zover de ledenraad besluit bepaalde zaken te regelen bij afzonderlijk reglement, kan de uitwerking daarvan worden gedelegeerd aan het hoofdbestuur.

UITTREDING UIT FAI EN/OF NSF

Artikel 33

Het besluit tot uittreding uit de FAI en/of de NSF kan slechts worden genomen door een ledenraad met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen.

Aldus vastgesteld in de algemene ledenvergadering van 25 januari 1908 en zoals sedertdien herhaaldelijk gewijzigd, laatstelijk bij besluit van de ledenraad van 3 maart 1992.