'Je ziet ze natuurlijk wel eens vliegen......,' de zweefvliegtuigen van de één of andere zweefvliegclub. Misschien heb je ze wel eens een poosje nagekeken, die grote witte stille vogels die op een zonnige dag in stijgwindgebieden proberen rond te draaien om zo lang mogelijk te kunnen vliegen. Mogelijk vraag je je wel eens af: 'wat zijn dat voor lui? Is dat nou leuk? Hoe gaat het bij zo 'n club en wat kost dat....?' Heb je deze vragen wel eens, lees dan verder. Ben je daarna nieuwsgierig geworden, vraag dan meer informatie aan en wil je echt proeven of vliegen iets voor jou is, maak dan bij één van de 40 zweefvliegclubs in Nederland een afspraak om eens een vliegdag mee te maken.

Een droom wordt werkelijkheid

Duizenden jaren lang droomde de mens er van te kunnen vliegen. Twee honderd jaar geleden gingen de eerste ballonvaarders de lucht in en honderd jaar geleden werden de eerste zweefvluchten gemaakt. Tegenwoordig is vliegen een droom die ook voor jou werkelijkheid kan worden.

Interessante vogels

Zweefvliegen, zo vrij als een vogel, hoog boven het landschap, een schitterende sport. Steeds weer raken zweefvliegers gegrepen door het spel van langzaam omlaag zweven en daarna weer omhoog cirkelen in opstijgende lucht. Na een poosje vliegen voel je je één met het vliegtuig, één met de stromingen in de omringende lucht. Het toestel doet wat jij wilt.

Vaak is het 'hard werken' om het zweefvliegtuig goed in het midden van een thermiekbel omhoog te krijgen en soms is het 'kneiter' goed zweefvliegweer. Dan is bijna elke bel raak en kun je op zonne-energie honderden kilometers vliegen. Honderden kilometers zonder moter. Op zo'n dag weet je één ding zeker: 'er is geen mooiere sport dan zweefvliegen'.

Ontspannend

Zweefvliegen is een veelzijdige sport: spannend en ontspannend. Op een zweefvliegdag kom je los van de grond en los van je dagelijks werk. Bij goed zicht zie je neer op dorpen en steden. De kronkelende rivieren en de meren uit de atlas zie je duidelijk liggen.

Hoogtepunten

Zweefvliegen is een sport vol hoogtepunten. Stap voor stap raak je in die wereld thuis. Steeds is er het stralende gevoel dat je een persoonlijke prestatie verbeterd hebt en direct daarna begin je alweer te denken aan de volgende uitdaging: beter, verder, hoger of nog sneller. Deze sport blijft de beginner en de gevorderde vlieger altijd fascineren.

Een zweefvliegdag

In het weekend als het vliegweer is, komen de leden van de zweefvliegclub 's morgens om 9 uur naar hun clubgebouw voor de zgn. briefing. Daarna gaan ze naar de hangaar waar de kisten (zo noemen ze hun zweef-vliegtuigen) staan en begint het vliegbedrijf. Teamsport Zweefvliegen is een teamsport en zweef-vliegers zijn mensen die er van houden een dag op het veld door te brengen om samen dat vliegbedrijf te laten draaien. Alles gebeurt met vrijwilligers en iedereen moet aanpakken. De instructeur geeft gratis les, de technicus onderhoudt de kisten in de werkplaats voor een tarief van nul gulden per uur. Daardoor is zweefvliegen een betaalbare vliegsport. Bij de meeste clubs kun je het voor zo'n honderd gulden per maand leren. Maar behalve geld kost het vooral tijd. Als je er geen tijd voor over hebt, kun je er beter niet aan beginnen. Zweefvliegen is niet iets wat je zo nu en dan even een uurtje doet. Bij de meeste clubs ben je vaak een hele dag op het veld aanwezig.

Op de startplaats

Vanuit de hangaar worden de zweefvlieg-tuigen naar de startplaats geduwd. Als het zonnig weer is, straalt dat ook van de gezichten van de vliegers af, want dan belooft het een mooie vliegdag te worden en daarom zie je de vliegers onder het duwen geregeld naar de lucht kijken. Op de startplaats is van alles te doen. Eerst worden de vliegtuigen nauwkeurig nagekeken, clubleden helpen bij het starten en brengen gelande vliegtuigen terug naar de startplaats. Iemand houdt op een lijst de tijden van het starten en landen van de vliegtuigen bij en een startleider wijst aan wie aan de beurt is om te vliegen. De instructeurs geven les aan de beginnende vliegers en natuurlijk is er koffie: m.a.w. het is zo'n dag waarbij zelfs de tijd vliegt!

Startmethoden

Een zweefvliegtuig bestuur je als een motorvliegtuig, alleen de motor ontbreekt en daarom wordt het toestel d.m.v. een sleepvliegtuig of een lier omhoog getrokken. Een lier is een motor van zo'n 260 pk op een vrachtwagen, die een staalkabel van meer dan een kilometer snel oprolt. Het starten met een lier is goedkoper dan met een sleepvliegtuig en daarom de meest gebruikte startmethode.

Een zweefvliegvlucht

Het is moeilijk uit te leggen wat zweefvliegen is, daarom gaan we in gedachten een vlucht maken. Je zweefvliegcarriëre begint met een doopvlucht. Je gaat voor in de tweezitter zitten; dat is een zweefvliegtuig waar de leerling voorin zit en de instructeur achterin. Allereerst worden de riemen vastgemaakt en legt de instructeur je uit waar de hoogtemeter en de snelheidsmeter zich bevinden en wat er gebeurt als de stuurknuppel zijwaarts of naar voren en naar achteren wordt geduwd. Wanneer alles gecontroleerd is en er veilig gestart kan worden, gaat de duim omhoog. Dat is het teken om het zweefvliegtuig te starten. Eerst wordt de lierkabel voorzichtig strak getrokken, het vliegtuig begint te rollen, versnelt in een paar seconden van 0 naar 100 km/h, komt los van de grond, gaat vlot omhoog en in snel tempo zie je alles onder je kleiner worden. Op een hoogte van 400 … 500 meter wordt er aan de gele knop getrokken, waardoor de kabel los gaat en het echte vliegen begint. Dat echte vliegen betekent, dat het toestel met een snelheid van ongeveer 85 km/h vliegt en heel langzaam door de lucht glijdt. Om je heen zie je een schitterend landschap. Je hebt rondom uitzicht en op het ruisen van de lucht langs het vliegtuig na is het stil. Na ongeveer tien minuten volgt de landing. De instructeur vliegt laag over het gras, de snelheid loopt terug, de wielen raken de grond, het toestel rolt nog een eindje uit en komt tot stilstand. Opgelucht, omdat je dit toch maar eventjes durfde, stap je uit. Je hebt je doopvlucht ondergaan en weet nu een beetje wat zweefvliegen is.

Thermiek

Wanneer de zon de grond verwarmt, wordt de onderste laag van de lucht warmer. Die warmere lucht is lichter dan de lucht erboven. Zo'n laag warme lucht kan soms wel groeien tot zo'n 60 meter dikte en vervolgens ineens loslaten en in een slurf opstijgen. Dit is thermiek. Het is de motor voor de zweefvliegers, maar ook heel veel vogels benutten deze enorme onzichtbare energiebron. Als het je lukt in die stijgende lucht te blijven cirkelen, gaat het zweefvliegtuig met die stijgende lucht omhoog. soms wel een paar duizend meter. Daardoor kan de vlucht uren duren en kun je grote afstanden afleggen. Het Nederlands duurrecord thermiekvliegen staat op 10 uur en 24 minuten en de verste vlucht in 'rechte' lijn vanuit Nederland gemaakt, is maar liefst 905 km lang.

Opleiding

Na een paar vluchten raken veel mensen besmet met het zweefvliegvirus. Dat betekent, dat ze zelf het vliegen willen leren. Dat kost heel wat vrije dagen, want meestal maak je op een dag maar drie vluchten. Na zo'n 50 vluchten kan het gebeuren dat de instructeurs beslissen dat je veilig genoeg vliegt om alleen de lucht in te gaan. Dat is een spannend moment, die vlucht vergeet je je hele leven niet. Helemaal alleen, zonder hulp van een instructeur, zelf een vliegtuig besturen.

Vervolgopleiding

Daarna gaat de opleiding verder. Soms met de instructeur, soms solo in een ‚‚nzitter, totdat de vliegervaring zo ver gevorderd is dat je het zweefvliegexamen kunt afleggen. Dit bestaat, net als bij het rijbewijs, uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Daarnaast kun je voor bepaalde sportieve prestaties brevetten halen en zijn er zweefvliegwedstrijden.

Motorzweven

Een motorzwever is een zweefvliegtuig met een hulpmotor. Dus zoiets als een zeilboot met buitenboordmotor. Hij kan zelf starten en de motor brengt je weer terug als de thermiek ophoudt. Je kunt hierop les krijgen en het motorzweefvliegbewijs halen. Een motor-zwever is ideaal voor diegenen, die niet een hele dag voor hun hobby kunnen vrijmaken.

Veertien jaar

Als je 18 jaar bent mag je een auto besturen, maar zweefvliegen kan al vanaf 14 jaar. Zelfstandig een motorzwever besturen is wettelijk toegestaan vanaf 16 jaar. Zweefvliegers kom je in allerlei beroepen tegen. Jong en oud. Het kan een leerling in de klas zijn, die onder een repetitie naar de blauwe lucht met opbollende wolken zit te kijken en in gedachten van thermiekbel naar thermiekbel vliegt. Het kan ook zijn leraar zijn die, ondanks een stapel proefwerken, glimlacht en denkt...: " Morgen.... is het weer weekend...". (Dirk Corporaal 1997)