1.1 INTERNATIONAAL RECHT: VERDRAGEN, OVEREENKOMSTEN EN ORGANISATIES

1.1. INTERNATIONAL LAW: CONVENTIONS, AGREEMENTS AND ORGANISATIONS

Hoofdstuk 1.1 beschrijft de internationale regelgeving. De nationale regelgeving komt volgens de indeling van EASA pas bij hoofdstuk 1.14 aan de orde. Aangezien je die kennis nodig hebt voor de bestudering van hoofdstuk 1.2, 1.3, 14, enzovoort staat aan het eind van H.1.1 een overzicht van de Nederlandse Nationale wetgeving, 

De indeling van dit hoofdstuk ziet er als volgt uit:

  • 1.1.1 ICAO
  • 1.1.2 Europese Unie
  • 1.1.3 EASA
  • 1.1.4 Eurocontrol
  • 1.1.5 JAA
  • 1.1.6 Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
  • 1.1.7 Nationale wetgeving. 
  • Samenvatting.

De voorschriften voor de luchtvaart hebben niet alleen in Europa maar ook in de hele wereld een sterk internationaal karakter. De regels zijn in bijna alle landen behoorlijk gelijk. Dit komt door twee belangrijke verdragen, het ICAO verdrag en in Europa het verdrag van de Europese Unie.

1.1.1 ICAO

ICAO is de Internationale burgerluchtvaartorganisatie die op basis van het verdrag van Chicago (1944) werd opgericht. ICAO is opgericht in 1947 en de hoofdzetel is in Montreal. Het is een organisatie van de VN (Verenigde Naties) voor de coördinatie en de regelgeving van het internationaal luchtverkeer. Het hoofddoel van ICAO is het bevorderen van internationale luchtvaart. Hiervoor is het nodig dat men zonder al te veel problemen over meerdere landen kan vliegen. Voordat de ICAO-conventie werd getekend waren er landen die meenden dat het luchtruim over de hele wereld vrij voor iedereen toegankelijk was. Een beetje zoals de oceanen, de ruimte en de maan nu nog steeds als niemands territorium worden beschouwd. De eerste discussies gingen er daarom over of er eigenlijk wel noodzaak was om te regelen dat landen elkaars luchtruim mochten gebruiken, omdat dit volgens de tegenstanders sowieso mocht. Uiteindelijk werd de discussie beslecht in het voordeel van de landen die meenden dat ieder autonoom was in het luchtruim boven hun eigen grondgebied. Om dit duidelijk vast te leggen werd het ook in artikel 1 van de ICAO opgenomen, dat luidt: The contracting States recognize that every State has a complete and exclusive sovereignty over the airspace above its territory.

Het luchtruim boven een land mag dus alleen voor internationale vluchten gebruikt worden na voorafgaande toestemming. De landen die aangesloten zijn bij ICAO, verlenen elkaar toestemming voor burgervluchten in hun luchtruim, mits deze landen de Normen en Aanbevolen Werkwijzen (Standards and Recommended Practices, SARPs) in hun land (zo goed mogelijk) overnemen in hun eigen wetgeving.

De deelnemende landen kunnen wel regels en voorwaarden stellen aan de vliegtuigen die gebruik maken van hun luchtruim, zoals bijvoorbeeld het indienen van een vliegplan (zie: 1.8 LUCHTVERKEERSDIENSTEN EN VERKEERSLEIDING). Ook mag een land de luchtvaart in delen van zijn luchtruim verbieden of beperken.

Op dit moment zijn er 193 landen die het verdrag hebben ondertekend en zich dus verplicht hebben om de SARPs over te nemen in hun wetgeving.

De SARPs worden vastgelegd in Annexen (bijlagen) bij het verdrag van Chicago. Er zijn 19 annexen:

  1. Personnel Licensing (Bewijzen van bevoegdheid)
  2. Rules of the Air (Luchtverkeersregels)
  3. Meterological Service for International Air Navigation (Meteorologische dienstverlening)
  4. Aeronautical Charts (Luchtvaartkaarten)
  5. Units of Measurement to be Used in Air and Ground Operations (Eenheden)
  6. Operation of Aircraft (Vluchtuitvoering)
  7. Aircraft Nationality and Registration Marks (Vliegtuig nationaliteit en registratie kenmerken)
  8. Airworthiness of Aircraft (Luchtwaardigheid)
  9. Facilitation (Douanevoorzieningen)
  10. Aeronautical Telecommunications (Luchtvaart telecommunicatie)
  11. Air Traffic Services (Luchtverkeersdiensten)
  12. Search and Rescue (Opsporing en redding
  13. Aircraft Accident Investigation (Onderzoek van ongevallen)
  14. Aerodromes (Luchthavens)
  15. Aeronautical Information Services (Luchtvaart inlichtingen diensten)
  16. Environmental Protection (Milieubescherming)
  17. Security - Safeguarding International Civil Aviation against Acts of Unlawful Interference (Beveiliging - bescherming tegen kapingen)
  18. Safe Transport of Dangerous Goods by Air (Vervoer gevaarlijke stoffen)
  19. Safety Management (Veiligheidsmanagement)

Hoewel ICAO deze annexen alleen tegen (hoge) betaling verkoopt is er gelukkig toch een plek op het internet waar ze “ter illustratie” worden gepubliceerd (je mag ze niet afdrukken). Je vindt ze hier. Wanneer je daar bijvoorbeeld bij Annex 1. Personnel Licensing kijkt, dan kun je lezen aan welke voorwaarden de zweefvliegopleiding volgens ICAO moet voldoen. 

De aangesloten ICAO-landen mogen van de SARPs afwijken, maar dan mogen andere landen hun luchtvaart weigeren. Deze afwijkingen (differences) moeten daarom bij ICAO en ook in de luchtvaartgids (Aeronautical Information Publication, AIP), die elk land uitgeeft (zie 1.9 Luchtvaart Informatie Diensten), vermeld worden. In de praktijk gebeurt dat echter niet of nauwelijks, meestal met als argument dat de landen strenger zijn dan ICAO en het dan niet gemeld zou hoeven te worden.

1.1.2 DE EUROPESE UNIE

De Europese Unie is een samenwerkingsverband tussen 27 landen, gebaseerd op het verdrag van Maastricht, met als voornaamste praktische doel het vrij verkeer van personen, goederen en diensten binnen de Unie. Dit gebeurt onder andere door Europese wetten uit te vaardigen. Anders dan bij ICAO zijn Europese wetten direct geldig binnen de Europese Unie. Er zijn twee soorten:

  1. Verordeningen, welke de Europese burgers rechtstreeks rechten en plichten geven;
  2. Richtlijnen welke de Europese lidstaten verplichten binnen een vastgestelde tijd iets in hun nationale wetgeving op een bepaalde manier te regelen.

Nederland en alle andere Europese lidstaten hebben besloten om de ICAO SARPs waar mogelijk in Europees verband in te voeren via EU-verordeningen. Een van de belangrijkste verordeningen in dat verband is de EASA Basis Verordening, waarover later meer.

Vier landen (Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein, (samen de European Free Trade Association, EFTA) zijn geen lid van de EU maar hebben zich verplicht om de meeste EU-regelgeving, (onder andere de EU luchtvaartwetten), over te nemen en genieten daardoor een bevoorrechte positie in de handel met de EU.

De EU wetgevingsprocedure
Om er voor te zorgen dat de Europese wetten het Europese ideaal voor ogen houden – en niet via onderlinge afspraken in het voordeel van slechts enkele landen – kunnen voorstellen voor Europese wetten uitsluitend door de Europese Commissie gedaan worden. Om dergelijke voorstellen tot Europese wetten te maken moeten ze daarna goedgekeurd worden door het Europees Parlement (verkozen door de burgers van de EU) en door de Europese raad van Ministers (kort: de Raad van Ministers of nog korter: “de Raad”, Engels: Council).

 

 

Wélke minister naar de raadvergaderingen wordt gestuurd is afhankelijk van het onderwerp. Voor luchtvaartonderwerpen is het voor Nederland de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Elke Europese verordening en richtlijn heeft een nummer en een jaartal. Door de verordening met het nummer en het jaartal in google in te typen, kom je bij de officiële tekst. Maar let op: Verordeningen worden van tijd tot tijd gewijzigd. Google brengt je vaak bij de oorspronkelijke (eerste) versie van de verordening. Om de meest recente versie te vinden kun je beter op een speciaal daarvoor gemaakte website van de Europese Commissie kijken. De Europese term voor bijgewerkte wetgeving is geconsolideerde wetgeving” (engels: “consolidated legislation”). Deze versies zijn te vinden op deze website: https://eur-lex.europa.eu/collection/eu-law/consleg.html . Kies taal NL rechts bovenin en klik daarna in het menu links op “zoeken in geconsolideerde teksten” Hier worden veel verschillende zoekmogelijkheden getoond, maar het handigst is om het jaar en nummer in te vullen onder “geconsolideerde versie van het volgend besluit” en dan verordening te selecteren.

Vink bovenaan “Alleen de laatste geconsolideerde versie” aan en klik dan op “Zoeken”. Je vindt hier alle EU wetten in alle EU-talen, dus ook in het Nederlands. Maar hou er wel rekening mee dat de Nederlandse vertalingen soms wonderlijk zijn, Zo is bijvoorbeeld ‘aerobatic flight’ vertaald met ‘stuntvliegen’ (waarmee je een kunstvlieger kunt beledigen) en ‘launch” met ‘lancering’ waar toch in het Nederlands bij zweefvliegen het woord start gebruikelijk is. Soms staan er zelfs aperte fouten in de vertaling, bijvoorbeeld in de titel van SFCL.330 is het Engelse FI(S) is vertaald met LAPL. In deze syllabus negeren we zulke wonderlijke vertalingen en houden de gebruikelijke Nederlandse termen aan.

De verordeningen over luchtvaart bevatten vaak wat algemene zaken en overgangsbepalingen, terwijl de gedetailleerde regels zelf vaak in bijlages (Annexes) worden opgenomen. Die bijlagen krijgen vaak een eigen naam die voor het gemak vaak verwant is aan de vergelijkbare Amerikaanse regels (bijvoorbeeld “Part 21”) of oude JAA-regels (bijvoorbeeld “Part FCL”).

Verordening (EU) Nr. 2018/1139 vormt de basis voor de gemeenschappelijke Europese regels inzake luchtvaart en is ook de basis voor EASA. Deze verordening wordt daarom de basisverordening (Basic Regulation) genoemd.

Op basis van deze verordening is een aantal Verordeningen uitgevaardigd die de regelgeving verder invullen, de zogenaamde uitvoeringsvoorschrijften (implementing rules). Voorbeelden zijn:

  • Verordening (EU) Nr. 748/2012 (Gaat over de initiele luchtwaardigheid (Initial airworthiness), dat is de luchtwaardigheid van een nieuw type luchtvaartuig). Deze verordening regelt het vaststellen van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties. De detail regels in de bijlage worden met “Part 21”aangeduid.   
  • Verordening (EU) nr. 1321/2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid (gaat over Continued airworthines, · hoe je een luchtvaartuig in luchtwaardige staat moet houden. Deze verordening bevat meerdere Parts in bijlages waaronder Part-ML (Maintenance Light), Part-66 (onderhoudsbevoegdheden) , Part-CAMO (Continuing Airworthines Management Organisations) en Part CAO (Combined Airworthiness Organisation.
  • Voor ons zweefvliegers is een belangrijke: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1976 ·met gedetailleerde regels voor vluchtuitvoering en vliegbewijzen voor zweefvliegen
  • Verordening (EU) nr. 923/2012 gaat over luchtverkeersregels en luchtvaartnavigatiediensten. Deze verordening wordt meestal aangeduid met de SERA-regulation. (Single European Rules of the Air)

1.1.3 EASA
EASA betekent: European Aviation Safety Agency (Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart). EASA zit in hartje Keulen, naast de beroemde domkerk en is een agentschap (orgaan) van de Europese Unie met een belangrijke rol met enerzijds in het voorstellen van luchtvaartregelgeving en anderzijds bij een groot aantal uitvoerende taken op het gebied van de luchtvaart. EASA verzorgt deze taken voor de 27 EU-landen en de 4 EFTA landen.

De prioriteiten van het agentschap, de begroting en het toezicht op de werking van het agentschap worden bepaald door raad van bestuur (Management Board) van EASA. Deze bestaat uit 27 vertegenwoordigers van de lidstaten en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. . De EFTA landen mogen deelnemen aan vergaderingen van de raad van bestuur maar hebben daar geen stemrecht. De EFTA landen betalen wel mee aan de kosten van EASA.

Een belangrijke taak van EASA is dus om de Europese Commissie te helpen in het voorbereiden van voorstellen voor Europese wetten op luchtvaartgebied. Zulke EASA voorstellen worden “Opinions” genoemd. Als de Commissie van mening is dat de opinion een goed voorstel bevat kan de Commissie (het hoeft niet) zo’n voorstel als startpunt nemen voor de normale EU-wetgevingsprocedure.

Daarnaast heeft EASA via Europese verordeningen de opdracht gekregen om bepaalde taken uit te voeren, Een bijvoorbeeld is het goedkeuren van type-ontwerpen van luchtvaarttuigen. Om duidelijkheid te geven over wat EASA als acceptabel beschouwt om aan de EU-eisen te voldoen, publiceert EASA “Acceptable Means of Compliance” (AMCs) en Certification Specifications (CS). Als een aanvrager aantoont aan deze AMCs en/of CS te voldoen mag hij of zij er van uit gaan dat het ontwerp door EASA wordt goedgekeurd. Maar dat sluit niet uit dat ook op andere wijze kan worden aangetoond dat aan de eisen wordt voldaan. AMCs, en CS zijn namelijk niet bindend voor EU-burgers (wel voor EASA, want het zijn hun eigen publicaties!) Verder geeft EASA adviezen uit, welke worden gepubliceerd als Guideline Material (GM). AMCs, CS, GM worden door de Executive Director (ED) van EASA vastgesteld. Ze worden helaas niet vertaald.

Een Opinion en de beslissing van EASA over een AMC, CS en GM komt als volgt tot stand:

  • Eerst wordt een NPA (Notice of Proposed Amendment), een kennisgeving van een voorgestelde wijziging, opgesteld.
  • Dit voorstel komt op de website van EASA te staan en iedereen kan daar commentaar op leveren.
  • Dit commentaar wordt door EASA beoordeeld en eventueel verwerkt.
  • Vervolgens gaat een Opinion naar de Europese Commissie , terwijl AMCs, CS en GM direct door EASA worden vastgesteld.

Het totaal aan regelgeving voor luchtvaart bestaat dus uit EU wetten (verordeningen) en EASA materiaal over hoe daar aan voldaan kan worden (AMCs, CS en GM)

Om een en ander overzichtelijk te publiceren geeft EASA zogenaamde EASY ACCESS RULES uit. De Easy Access Rules bevatten alle relevante Verordeningen, de bijlagen (Annexen) bij de Verordeningen, de AMCs (Acceptable Means of Compliance) CSs en de GM (Guidance Material) per hoofdonderwerp netjes bij elkaar. De verschillende soorten zijn door kleuren te onderscheiden:

Voorbeelden zijn

  • Sailplane Rule Book (Easy Access for Sailplanes) gepubliceerd . Bevat de meeste regelgeving waaraan zweefvliegers moeten voldoen.
  • Easy Access Rules for Continuing Airworthiness. Bevat de regelgeving voor het onderhoud met daarin Part ML (ML betekent Maintenance Light Aircraft). Zweefvliegtuigen vallen onder Part ML..

Dit zijn handige publicaties, maar ze zijn alleen in het Engels.

Het geheel van Europese wetten, AMCs, GM, CS wordt vaak als EASA-regelgeving aangeduid. Strikt genomen klopt dat niet, De verordeningen zijn Europese wetten van het Europese Parlement en de Europese Raad van Ministers of van de Europese Commissie zelf (indien daartoe gemachtigd), niet van EASA. De AMCs, CS en GM zijn wel besluiten van de Executive Director (ED) van EASA, maar zijn formeel niet bindend voor burgers. In de praktijk is het echter heel moeilijk om van de EASA AMCs, CS en GM af te wijken, dus feitelijk komt het er wel op neer dat wat in EASA easy acces rules gepubliceerd wordt voor ons bindend is. Zo worden ze dan ook in deze syllabus beschouwd. In het vervolg duiden ook wij ze aan met EASA-regelgeving

De wetten van de EU en de EASA AMCs, CS en GM worden internationaal zeer hoog aangeschreven. Naar schatting zijn er meer dan 100 landen in de wereld die regels van de EU en EASA als basis voor hun eigen regelgeving gebruiken. De vier EFTA landen zelfs volledig.

 1.1.4 EUROCONTROL

EUROCONTROL (de European Organisation for the Safety of Air Navigation) is een Europese organisatie met als voornaamste doel het ontwikkelen van een pan-Europees luchtverkeersleidingssysteem. Dit project staat ook wel bekend als de Single European Sky. De organisatie heeft momenteel 41 lidstaten. Het hoofdkwartier van EUROCONTROL ligt in de buurt van Brussel. Eén van de bekendste afdelingen is het Maastricht Upper Area Control Center (MUAC) in Beek (naast Maastricht), van waaruit het luchtverkeer boven FL245 in de Benelux en een groot gedeelte van Duitsland wordt begeleid. Aangezien zweefvliegers niet in dit luchtruim komen, hebben ze niets met Eurocontrol te maken. Eurocontrol maakt geen wetten of regels voor de EU.

1.1.5 JAA

De JAA, opgericht in 1990, was een samenwerkingsverband van een aantal Europese luchtvaartautoriteiten, ontstaan voordat de EU de verantwoordelijkheid kreeg voor luchtvaart. Het is een soort voorloper van EASA. Het kantoor was gevestigd in Hoofddorp. De JAA-regels zijn ondertussen vervangen door EASA-regelgeving.

1.1.6 INSPECTIE VOOR LEEFOMGEVING EN TRANSPORT ((ILT)

CAA (Civil Aviation Authority)

Hoewel veel regelgeving dus in Europa gemaakt wordt en veel taken ook op Europees niveau uitgevoerd worden, blijven er ook taken die beter op nationaal kunnen worden uitgevoerd. Het gaat daarbij om uitvoerende taken (bijvoorbeeld afgeven van vliegbewijzen), handhaving en strafbaarstelling. De Europese regelgeving schrijft voor dat iedere EU lidstaat een zogenaamde “bevoegde autoriteit” (Competent Authority) aanwijst voor de uitvoering van zulke taken. Hierbij moet de bevoegde autoriteit zelf ook weer voldoen aan Europese regelgeving, en hierop houdt EASA namens de Europese Commissie toezicht. Voor de meeste luchtvaart gerelateerde zaken heeft Nederland de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) aangewezen als bevoegde autoriteit. De ILT is een zelfstandig onderdeel (agentschap) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat . ILT zorgt voor de uitvoering en de controle op de naleving van de regelgeving die van de Europese Unie en de Nederlandse overheid komt.

 1.1.6 NATIONALE WETGEVING

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de luchtvaartwetgeving voor Nederland voor het grootste deel gevormd wordt door Europese wetten. Maar niet alle luchtvaart in Europa wordt op Europees niveau geregeld. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld modelvliegtuigen, militaire luchtvaart en militaire luchtverkeersleiding, ultralichte vliegtuigen, historische luchtvaart, amateurbouwvliegtuigen en kleine luchtvaartterreinen. De EU Lidstaten moeten deze zaken dus zelf regelen, maar zijn daarbij wel verplicht te zorgen dat er geen strijdigheid met EU-regelgeving ontstaat. Voor deze dingen zijn nationale wetten van toepassing, welke meestal ook weer ICAO-regelgeving in ons land implementeren.

De luchtvaartwetten van de EU gelden voor alle burgerluchtvaartuigen die in de EU staan ingeschreven. Die regels gelden ook als een in de EU geregistreerd vliegtuig buiten Europa vliegt. Daar moet bijvoorbeeld een Nederlands vliegtuig voldoen aan de Nederlandse, Europese en de buitenlandse regels van dat land, voor zo ver die regels niet strijdig zijn met elkaar. Een Amerikaans geregistreerd vliegtuig dat in Nederland vliegt moet voldoen aan de Amerikaanse, Europese en de Nederlandse regels.

DE LUCHTVAARTWET en de WET LUCHTVAART
We kennen in Nederland de luchtvaartwet uit 1958 (LVW) en de Wet Luchtvaart (WLV) uit 1992 . Momenteel zitten we in een overgangsfase, want de Wet Luchtvaart is in de plaats gekomen van de Luchtvaartwet. Stap voor stap worden onderdelen van de Luchtvaartwet overgeplaatst naar de Wet Luchtvaart en inmiddels is de Luchtvaartwet al vrijwel geheel vervangen terwijl de EU-wetgeving steeds meer de nationale wetgeving vervangt. De WLV bevat een slim artikel (art 1.2 – para 1 a ) dat zegt dat de wet alleen van toepassing is voor zover er geen Europese regelgeving bestaat. Bijna alle regelgeving voor zweefvliegen is nu Europese regelgeving. De WLV heeft heden ten dage vooral betekenis voor die vormen van luchtvaart die niet door de EU worden geregeld. Vergis je dus niet als je in een Nederlandse regelgeving dingen leest die ook op zweefvliegtuigen betrekking lijken te hebben. Meestal is EU-wetgeving van toepassing, maar dat hoeft er niet bij te staan vanwege het eerdergenoemde “slimme” artikel. Strafbaarstelling en handhaving is wel een nationale aangelegenheid.

RIJKSWET ONDERZOEKSRAAD VOOR VEILIGHEID (OVV)

In 2005 is per wet de Onderzoeksraad voor veiligheid (OVV) ingesteld. Deze Raad heeft als doel om door middel van onderzoek naar ernstige voorvallen en ongevallen de veiligheid van Nederlandse burgers te verbeteren. De OVV is in Nederland aangewezen als uitvoerende instantie voor het onderzoek van luchtvaartvoorvallen en –ongevallen, zoals wordt voorgeschreven door EASA. In hoofdstuk 1.13 wordt nader ingegaan op het werk van de OVV

BESLUIT LUCHTVAARTUIGEN (BL 2008)

Het Besluit Luchtvaartuigen (BL 2008) bevat nationale uitvoeringsregels over de aanvraag en afgifte van een Bewijs van Inschrijving, Bewijs van Luchtwaardigheid en het geluidscertificaat van luchtvaartuigen.

BESLUIT BEWIJZEN VAN BEVOEGDHEID LUCHTVAART (BBvBL)

Het Besluit Bewijzen van Bevoegdheid Luchtvaart (BBvBL) bevat de nationale uitvoeringsregels voor de opleiding, examens en bevoegdheden van vliegers, verkeersleiders en onderhoudspersoneel. Het besluit betreft een aanvulling op o.a. de Wet Luchtvaart, art. 2, en de EU Verordening Nr. 1178/2011. Deze regelgeving komt aan bod in hoofdstuk 1.4 over de brevetten.

BESLUIT LUCHTVERKEER (BLV 2014)
Het Besluit Luchtverkeer bevat de nationale uitvoeringsregels voor luchtverkeersregels en luchtverkeersleiding

 Samenvatting:
  • Elk land is baas over zijn eigen luchtruim, maar de luchtvaart is grensoverschrijdend en heeft sterke behoefte aan internationale regelgeving.
  • Het verdrag van Chicago in 1944 ligt aan de basis van de oprichting van ICAO in 1947.
  • ICAO is een agentschap (orgaan) van de VN.
  • ICAO is de luchtvaartorganisatie voor de hele wereld die zich bezighoudt met bevordering van uniforme regelgeving voor de burgerluchtvaart. Zij geeft hiertoe Standards and recommended Practices (SARPs) uit. Militaire vliegtuigen vallen niet onder ICAO..
  • De SARPs van ICAO staan in Annexen (bijlagen) bij het verdrag van Chicago. Ze zijn in een land van kracht wanneer dat land die via wetgeving heeft overgenomen. Binnen de Europese Unie en de EFTA staten is dit meest via EU wetten geregeld.
  • De EU regelgeving geldt voor de luchtvaart binnen Europa, en voor luchtvaart door in de EU ingeschreven luchtvaartuigen over de hele wereld. Buitenlandse luchtvaartuigen die boven Nederland vliegen moeten zich aan de van toepassing zijnde Nederlandse luchtvaartwetgeving houden.
  • EASA heeft tot taak om de wetgeving voor te stellen aan de Europese Commissie en om de Europese Commissie te ondersteunen bij het uitvoeren van de Europese luchtvaartwetgeving.
  • De basis van de EU-regelgeving en EASA zelf is de Basisverordening (“Basic Regulation”). Ter verdere uitwerking is er een aantal Verordeningen die gaan over Luchtwaardigheid, luchtvaartpersoneel, luchtverkeersregels, luchtverkeersleiding en nog veel meer zaken.
  • De inhoudelijke eisen en regels hebben vaak een eigen naam, die meestal begint met Part.
  • Voor de uitvoering van de verordeningen geeft EASA Acceptable Means of Compliance (AMC), Certification Specififications (CS) and Guidance Material (GM) uit.
  • Acceptable Means of Compliance en Certification Specififications beschrijven in meer detail hoe naar de mening van EASA aan de regeling kan worden voldaan. aan de (zeer algemeen gestelde) eisen in de Basisverordening en de verdere uitwerking daarvan in de diverse Parts..
  • Guidance Material geeft een toelichting op een regeling,
  • EUROCONTROL regelt het luchtverkeer boven FL245. Daar komen zweefvliegers niet. EUROCONTROL maakt ook geen regels voor luchtvaart.De Nationale (dus voor ons de Nederlandse) wetgeving dient nog voor het regelen van de luchtvaart die niet onder de Basisverordening valt (bijvoorbeeld militaire luchtvaart, historische luchtvaart, amateurbouw) en verder zorgt de Nederlandse wetgeving voor de implementatie en handhaving van de Europese wetgeving. De oude Luchtvaartwet wordt gaandeweg vervangen door de Wet Luchtvaart. Beide wetten regelen alleen wat niet al via EASA- regelgeving geregeld is.
  • De Onderzoeksraad voor Veiligheid is belast met het onderzoek van en de rapportage over ernstige luchtvaartvoorvallen en luchtvaartongevallen.