4.14 BEHANDELING EN GEBRUIK PARACHUTE
- Een parachute doet het altijd en gaat langer mee als hij goed behandeld wordt.
- Bij kunstvluchten en wolkenvluchten is een parachute verplicht.
- Een parachute moet jaarlijks worden gekeurd.
- Denk voor de vlucht na over de noodprocedures.
Behandeling
De parachute moet op een donkere en niet te droge of te vochtige plaats (vochtigheidsgraad 60%) worden bewaard. Laat de parachute niet op de grond liggen, want hij is allergisch voor vocht, stof en zonlicht. Smijt er niet mee en draag de parachute aan de riemen (borstband en beenbanden) en niet aan de banden (risers) die naar de vanglijnen leiden. Stop de parachute na gebruik weer in de chutetas en leg hem zo weg dat hij op de banden rust. De parachute dient ieder jaar door een para-technicus te worden geïnspecteerd.
Beschrijving
Op de afbeelding zie je een gedeelte van de onderdelen van de parachute. Het belangrijkste deel is natuurlijk de koepel met een diameter van zo'n 8 meter, die aan de vanglijnen vastzit. De vanglijnen zitten vast aan banden (risers). De banden zijn verbonden met het harnas en het harnas wordt door middel van de beenbanden (riemen) en de borstband aan het lichaam vastgemaakt.
De parachute wordt geopend door krachtig aan de metalen handgreep van het ripcord te trekken. Trek de metalen handgreep zover mogelijk aan. Hierdoor trekken elastieken het pak open. De pilot chute (een kleine chute) opent zich en trekt door de luchtstroom de koepel uit het pak. In Duitsland gebruikt men vaak parachutes die d.m.v. een lijn aan het zweefvliegtuig worden gehaakt. Bij het springen trekt deze lijn de chute open. Zo'n chute heeft dus geen ripcord en pilot-chute.
Gebruik
Wanneer er door een botsing of door overschrijding van de toegestane krachten op een zweefvliegtuig schade optreedt, probeer je eerst of het vliegtuig nog bestuurbaar is. Is het vliegtuig nog in een zodanige conditie dat een veilige landing gemaakt kan worden, dan blijf je in het toestel. Is de schade zo ernstig dat besturen onmogelijk is, dan moet je het toestel zo snel mogelijk verlaten en de chute openen. Om in zo'n situatie met succes je leven te redden is het noodzakelijk om de handelingen die dan verricht moeten worden een aantal keren vooraf goed door te denken. Overdenk daarbij de volgende handelingen:
- Maak de cocpitkapvergrendeling los en trek aan de rode afwerpknop(pen); duw of trap de kap weg van het toestel.
- Maak de riemen van het zweefvliegtuig los en probeer uit de cockpit te rollen (klauteren).
- Duw of schop je met alle kracht weg van het toestel. Zodra je vrij bent van het zweefvliegtuig trek je zo hard mogelijk met twee handen aan de greep van het ripcord (het ripcord zo ver mogelijk aantrekken).
- Houd je benen gesloten bij het openen van de parachute om te voorkomen dat hij tussen je benen doorgaat en je verward raakt of verwondt.
Bovendien kan het nuttig zijn een aantal sprongen bij een paracentrum te maken. Wees je ervan bewust dat wanneer je altijd met chute vliegt en de gewoonte hebt om de chute tegelijk met de riemen los te maken, zodat de chute in het vliegtuig achterblijft, dat je dat dan ook in een noodsituatie automatisch doet!
Landing
Een parachute met een koepel is enigszins bestuurbaar door de vanglijnen aan te trekken aan de kant die je uit wilt sturen. Houd bij de landing je knieën en de enkels stevig tegen elkaar. Je knieën en je rug moeten enigszins gebogen zijn. Houd je voeten horizontaal. Vang, net als bij een sprong van anderhalve meter hoogte, de klap op en laat je daarna omrollen in de richting die de parachute je uittrekt. Kun je na de landing opstaan, probeer dan om de parachute heen te lopen, zodat de wind er niet meer in waait.
Bij een landing in de bomen houd je je benen stevig bij elkaar en je handen voor je gezicht. Bij een landing in het water maak je tijdens de val je borstband al los en pas in het water de beenbanden. Zwem weg van de parachute om te voorkomen dat je erin verward raakt. Als je onder de parachute terecht komt: volg dan een naad van de parachute tot aan de rand en zwem weg.