GELD OP DE BANK

"Zweefvliegers zijn aardige vogels", stond vroeger op een sticker in de oude thermiekbel. De meeste zweefvliegers zijn niet alleen aardig, ze zijn gastvrij, internationaal ingesteld en hebben vaak interessante voorbeelden om de mooie zweefvliegsport aan anderen te leren. Dit verhaal gaat over La Motte, over instructeur Jean Renaud, over geld op de bank en over een windgradiënt die van de vliegsnelheid steelt.

We zouden dit jaar weer naar Bailleau maar Bailleau was iets eerder dan Roelof zijn vakantie. Toen zouden we in Lasham mee doen aan de nationale tweezitter wedstrijd, maar Corona kwam en Boris Johnson hees de oranje vlag. Daarom zijn we onderweg naar La Motte du Caire in de Franse Alpen. 

Wat weten we van La Motte? We weten dat sommige zweefvliegers van de Gelderse en van de Amsterdamse er wel heen gaan. Dat het tien kilometer oost van vliegveld Sisteron ligt, twintig kilometer zuid van Gap Tallard en vijfentwintig kilometer noord van St Auban. Het veld ligt op 650 meter hoogte boven zeeniveau en je kunt er alleen lierstarts maken. Dat betekent direct vanaf de lier naar de helling van de Morning Hill of de La Blachere om stijgen te zoeken.

Volgens het boekje 'Guide des aires de sécurité dans les Alpes' ligt de baan precies noord-zuid. Meestal wordt er richting zuid gestart en vaak wordt er richting noord geland. 

Bij onze aankomst worden we voorgesteld aan onze instructeur; Jean-Renaud Faliu, meer dan vijftig jaar zweefvlieger, 16.000 vlieguren en gepensioneerd docent Engels. We vragen waar in La Motte de pizzeria is, maar hij grijpt direct in. Jullie gaan niet naar de pizzeria want het is vrijdagavond en elke vrijdagavond doet iedereen mee aan de gezamenlijke barbecue. We zeggen dat we slechts een zak chips voor de gezamenlijke maaltijd hebben maar dat is volgen JR (zoals hij genoemd wordt) geen probleem. Er is altijd meer dan genoeg. Zo neemt hij ons mee naar een tafeltje waar volgens hem allemaal Engels sprekende zweefvliegers zitten. We worden voorgesteld aan twee Nederlandse zweefvliegers, twee Engelsen en  een Duitser. De voertaal is Engels, zelfs van de Nederlanders onderling zolang er een niet Nederlandssprekende bij is. Na de kennismaking begint JR te vertellen. "Listen, we like to sit together, to eat together, to drink together, to make jokes together and.....' ondertussen kijkt hij goed links en rechts om te zien of er ook dames in de buurt zijn, we like to talk about women.

Daarna loop ik even het clubhuis in om wat biertjes te halen.  "Gewoon zelf pakken, de consumpties op het papier schrijven en aan het eind van het kamp het geld in een koffiegeldbakje doen", zo luiden de instructies. De prijzen zijn gelijk aan die van de Friese Aero Club. Alleen bij de FAC ziet de barcommissie erop toe dat er afgerekend wordt.

Terwijl ik met de consumpties terugloop zie ik in het clubhuis het boekje VOLO A VELA met mijn naam erop liggen. Ik wist wel dat ze daar in Italië mee bezig waren, maar ik wist niet dat het al gedrukt was. Trots laat ik het aan Roelof zien. Via google komen we erachter dat alle Italiaanse zweefvliegers het boekje gratis gekregen hebben. Hopelijk sturen ze mij ook zo'n Italiaanse uitgave. Ik ben benieuwd of spaghetti op de lier er ook in voor komt. 

De volgende dag krijgen we van Jean-Renaud uitgebreid, met veel anekdotes, uitleg over starten en landen op La Motte. "Als je op La Motte kunt landen, dan kun je op alle vliegvelden in de Alpen landen. Hij is één van de oprichters van La Motte. Hij noemt alle voordelen van La Motte en de nadelen van de omringende vliegvelden. "Here, we have a gliding paradise", zegt hij, waarbij zijn ogen glinsteren. 

De briefing is in drie talen. Frans, Duits en Engels, maar de communicatie met de lier moet in het Frans. Ook de mededelingen over de radio in het circuit, moeten in het Frans gedaan worden. Roelof maakt een spiekbriefje en dat blijkt heel goed te werken. 

Die eerste dag maken we elk een checkvlucht van een paar uur met JR. Ik zie het vliegveld van Gap Tallard liggen, Sisteron en St Auban en herken enkele bergen uit eerdere vakanties in de Alpen. Jean-Renaud vertelt over de brise. Als de zon op de Alpen schijnt, dan gaat daar de lucht omhoog. Dan is het net alsof er aan een tapijt getrokken wordt en de lucht uit het dal naar de bergen moet stromen. De brise merken ze het eerst bij vliegveld Vinon, is een uur later in St Auban, vervolgens begint hij bij La Motte en daarna kunnen ze in Gap Tallard er van genieten.

JR beschikt over een groot arsenaal mooie vergelijkingen. Volgens hem vlieg ik goed maar moet ik bij rechtuitvliegen wat meer om de juiste snelheid bij daalgebieden letten. Hij zegt: "Elke keer dat je stijgen hebt dan stort je geld op de bank. Wanneer je aan het steken bent dan moet je zo zuinig mogelijk met je geld omgaan. Niet meer uitgeven dan strikt nodig is. Hoe meer geld je op de bank overhoudt hoe meer mogelijkheden je hebt. Wanneer je lager komt te zitten, dan heb je meer mogelijkheden en meer tijd om oplossingen te bedenken. Houd dus zoveel mogelijk geld op de bank. Kom je toch laag te zitten, volg dan het water. De rivieren die uit de valleien naar het dal lopen, dalen sneller dan het zweefvliegtuig. Zoek in die richting naar nieuw stijgen. 

Bij landen in La Motte houd je minstens 120 km/h aan,  Stel je krijgt te maken met een windgradient. Die windgradient steelt van jouw vliegsnelheid en dat krijg je niet terug. Ook al doe je de stick naar voren dan nog ben je meestal te laat. Zorg voor extra snelheid. 

De volgende vier dagen gaan Roelof en ik de omgeving verkennen. JR geeft ons tips waar we het beste heen kunnen gaan. 

Soms kunnen we niet verder omdat er hoger in de Alpen buien zijn en wanneer we bij de Pic du Bure een lichtflits zien, keren we snel om.

Het is elke dag goed zweefvliegweer en we maken mooie tochten. Het uitzicht is indrukwekkend. "Kijk", zegt Roelof, volgens Jean-Renaud hebben veel bergen de vorm van een ingezakte camembert". Ik vind het vooral mooi om te zien hoe wind en regen de bergen geschuurd hebben.  

We komen een paar keer op 3600 meter hoogte. Officieel moet je boven 3500 m zuurstof gebruiken. We zetten onze installatie al op 2500 meter aan. Volgens Kees Hordijk blijf je dan veel fitter.

Je moet volgens JR bij de bergen goed de lucht horen en voelen. Wordt het stil en de roeren slap, stick naar voren en van de berg wegdraaien. De bergen geven niet mee. "Some tried, it did not work". Zo schrijft hij in zijn TIEN GEBODEN. Een boekje van zeven A-viertjes die elke leerling van hem krijgt.

De tien geboden beginnen zo:

JR’s “ New Ten commandments "
Commandments?? No-no, just kidding...
More likely recommendations, pieces of advice, yes !
They do not replace a formal instruction book, by far.
And "ten" became.... over "thirty" !

Oxford Mountain Flying Camp, La Motte du Caire, July 2017, revised August 9th 2020

1). When "daying" your glider (DI = daily inspection), always use the same routine. And remember, not
one pilot in the whole world has arms long enough to touch stick or rudder, and the control surfaces
at the same time ! The "positive control check" must be done by two persons, the pilot and a help, a
crew-member. This is vital. Too many incidents/accidents prove its importance.

Uit eigen ervaring weet ik hoe belangrijk dit is. Ik ben daarom direct gemotiveerd en lees met veel belangstelling al zijn 30 adviezen. Geregeld zegt hij;" Lees zoveel mogelijk over zweefvliegen, alles wat je tegen komt. lees het". 

JR gebruikt originele vergelijkingen. Ik zeg wel eens tegen leerlingen: Je moet de stick en het richtingsroer altijd tegelijk gebruiken. Denk aan een onzichtbaar touwtje tussen stick en voetenstuur. Stick naar links dan gaat tegelijk het voetenstuur mee. JR zegt het veel mooier: " Stick and rudder move together, and come back together. Always. Like two dancers....".

De tien adviezen zijn in de loop der jaren uitgegroeid tot 31.  Na die eenendertig eindigt hij met: 

Now for fun

Do you know what the "Six Ps" are? The Six Ps are = Perfect Planning Prevents Piss-Poor Performance!
And FTFM? Fly the f.....g machine! And RTFM? Read the f.....g manual!
That's all, folks. Fly well, and safely.

We beloven dat we hem een Duits EVO-boekje zullen sturen. Ik ben benieuwd of daar iets in staat wat zijn tweeendertigste advies aan zweefvliegers zal worden. 

La Motte is een zweefvliegveld met een hoog clubgevoel. Zweefvliegers uit allemaal landen voelen zich hier thuis. Aan het eind van het kamp krijgen we de uitslag van de ballotagecommissie. Ze hebben een besluit genomen. We mogen terugkomen en dat zijn we zeker van plan. 

Stiens, 24 augustus 2020